top of page
Lichtgevende geleidende signalisatie
Définitie:
Verlichte signalisatie bestaat uit het geheel van lichtgevende hulpmiddelen met als doel het wegverkeer te regelen.
Bij het MuSé is dit departement toegespitst op vier hoofdthema’s:
Lichtbakens en waarschuwingslichten
Lichtbakens en waarschuwingslichten
Lichtbakens en waarschuwingslichten, beter bekend als ‘werklantaarns’ kunnen ingedeeld worden in knipperlichten en omvatten bijvoorbeeld ook richtingspijlen. Ze vestigen de aandacht van de weggebruiker op een naderend obstakel of gevaar. Ze zijn tijdelijk of permanent van aard als ze een bestaand verkeersbord aanvullen.
-Lantaarns op koolwaterstof:
Deze lantaarns gebruikten als energiebron petroleum of paraffine. Er bestonden verschillende modellen van ‘seinlantaarns’. Het MuSé is echter vooral geïnteresseerd in een Luiks bedrijf, nl. de Société d’Eclairage des Mines et d’Outillage Industriel (het S.E.M.O.I.) afkomstig van Loncin. Zij waren fabrikant van de Nicoln-lantaarn (een anagram van de plaatsnaam Loncin).
Het gebruik van deze lantaarns maakte een speciaal onderhoud noodzakelijk: ’s morgens doven van de lantaarn en ’s avonds weer aansteken, en het controleren van het oliepeil in het reservoir. Een gebruiksaanwijzing van een Engelse lantaarn bevat de waarschuwing dat de lantaarn niet meer dan 15° gekanteld mag worden. De lantaarn is gemaakt van metaal en wordt bekroond met een handvat. De tank is afneembaar en toegankelijk via een kleine zijdeur. Hij was voorzien van glazen flenzen volgens het Fresnel (of getrapte) principe. De tank was ook voorzien van een lont.
-De knipperende petroleumlantaarn Nicoln Blitz:
De lantaarns die hierboven afgebeeld staan, hebben een relatief stabiele, licht flikkerende vlam. S.E.M.O.I. fabriceerde ook een petroleumlantaarn die knipperde dankzij een ingenieus systeem van zuurstoftoevoer. Volgens de gebruiksaanwijzing kon de lantaarn tot 70 uur branden. De lantaarn werd gebruikt als werfsignalisatie, maar ook door de politiediensten, brandweer, … Dit kan gesitueerd worden in de jaren ’50-’60.
Het model van het MuSé is afkomstig van de MIVB (Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel), is compleet en werkt perfect. Langs de zijkant van de lantaarn zitten kleine nokjes waarmee hij afgesloten kan worden met een hangslot.
-De elektrische lantaarns van Nicoln Blitz:
Deze elektrische lamp van Nicoln maakt gebruik van het bimetaalprincipe om te knipperen. De bimetalen strip is gemaakt van twee lamellen uit verschillende metaalsoorten (meestal Invar en Nikkel). Deze twee metalen zetten op een verschillende manier uit, afhankelijk van de temperatuurschommelingen. Wanneer er elektriciteit doorheen gaat, licht de gloeidraad van de lamp op aangezien deze opwarmt, wat de variaties in uitzetting van de metalen veroorzaakt. Door een geniaal bedachte opstelling van de lamellen, beïnvloeden deze variaties de contacten ertussen en dus de doorgang van elektrische stroom (batterij van loodzuur, 6 Volt). Resultaat: het knippert.
Toch ingenieus gevonden, nietwaar?
-Voorbeeld:
Het MuSé heeft deze prachtige werflantaarn ontdekt die gebruikt werd op een werf in de Rue Louvrex te Luik in oktober 1962. Met dank aan de archieven van GAR-architectuur voor de toestemming om de foto te gebruiken.
-De elektrische lantaarns – gloeilampen
Eind jaren ’70 brak het tijdperk aan van plastic en elektrische systemen. De nieuwe generatie werklantaars waren uitsluitend elektrisch (loodbatterijen van 6 volt). Zowel de gekleurde lens als het omhulsel waren vervaardigd uit plastic. Tenslotte waren ze uitgerust met een kleine gloeidraadlamp (gloeilamp). De knippering (60 tot 80 keer per minuut) werd mogelijk gemaakt door een klein elektrisch circuit van in de lantaarn zelf voorzien was.
Hoewel dit nieuwe model van lantaarn alomtegenwoordig was in ons land, vinden we nog steeds werven terug waar koolwaterstoflampen en elektrische lantaarn naast elkaar bestaan. Zo bijvoorbeeld de Place du 20 Août in Luik in augustus 1974 tijdens herstellingswerkzaamheden aan een beschadigde waterleiding.
Sommige lantaarn knipperen, sommigen branden vast. De meeste zijn echter uitgerust met beide standen. Ze werken automatisch en zijn uitgerust met zgn. schermercellen, waardoor ze doven bij het aanbreken van de dag en oplichten bij het vallen van duisternis/nacht. Het onderhoud is zeer eenvoudig: batterijen en gloeilamp moeten onderhouden worden (merk op dat een knipperende gloeilamp een kortere levensduur heeft dan een vast brandende lamp).
5-Volt gloeilamp met bajonetsluiting
Op onze werven kan men twee soorten werklantaarns terugvinden: lantaarns met een oranje of gele lens, of exemplaren met een rode lens. In de twee onderstaande voorbeelden ziet men dat de rand voorzien is van een reflector. Zo kan immers het licht van koplampen van voertuig weerkaatst worden. Best slim gezien in geval van lege batterijen of een defect aan de lamp.
Horizont
Duitsland
Sigli Signalight
België
Hieronder nog twee modellen die op de wegen rondom Luik gebruikt werden. Ze hebben de bijzonderheid een knippering in 360° weer te geven. De linkse lantaarn, gevonden in 1994, heeft een Fresnel lens; de rechter werkt op een nogal ongebruikelijke batterij met een vermogen van 3 Volt.
Holly Boy
Finland
Horizont Hory Lamp
Duitsland
-Xenon-flitslampen:
We zijn in de jaren ’80. Het knipperlicht noemt men ook wel ‘flitslicht’ en wordt gekenmerkt door een Xenon-flitsbuis (ontladingslamp). Deze lichtbron is bijzonder intens en de zeer witte lichtsterkte benadert dan ook die van de zon. De lamp heeft dus een hogere lichtintensiteit, wat niet het enige voordeel is t.o.v. de gloeidraadlamp (gloeilamp). Ze heeft ook een langere levensduur (500 tot 1500 branduren). De lamp geeft ongeveer 60 knipperingen per minuut. Deze lantaarn wordt vooral overdag gebruikt vanwege zijn hoge lichtintensiteit. Ze werd vaak rechtstreeks bediend door de arbeiders. De exemplaren van het MuSé hebben 6 Volt batterijen, terwijl de lamp gevoed wordt door 12 Volt.
Xenon-flitsbuis
Hierbij twee mooie voorbeelden van Xenon-flitslampen. Ze dateren uit de jaren ’80. Let nog eens op de retroreflecterende rand van de lens.
Primar
Nissen
Duitsland
Sigli4
Signalight
België
-Elektrische lantaarns – LED:
De lichtemitterende diode (LED) staat in het Engels voor ‘light-emitting diode’. Ze werkt volgens een heel ander principe om licht te geven, nl. door elektrische stroom door een halfgeleider te laten gaan. De kleur varieert in functie van de samenstelling van het materiaal. LED’s bestonden al in de jaren ’60. Dankzij de buitengewone technologische vooruitgang worden LED’s nu op veel grotere schaal gebruikt. Wat werflantaarns betreft, werden deze in 1998 geïntroduceerd door Nissen (Duitsland). De LED vervangt zowel de traditionele gloeilamp als de Xenon-flitsbuis. Hij wordt voor zowel nacht- als daglantaarns gebruikt.
LED
Nissen 1998
Literatuur vermeld een levensduur die tot 100.000 branduren kan gaan. Een LED-werflantaarn kan dus als onverslijtbaar beschouwd worden. Bovendien is het stroomverbruik extreem laag, wat verklaart waarom het aantal batterijen in hedendaagse lampen gehalveerd is. Dit zowel voor lantaarns die ’s nachts als overdag gebruikt worden (met hoge intensiteit).
In ons land is de markt voor LED-lantaarns en waarschuwingslichten verdeeld tussen Duitsland en China.
StarLed
Horizont
Duitsland
EuroFlat 3
Nissen
Duitsland
Let nogmaals op de aanwezigheid van de retroreflecterende rand.
En Belgique, le marché du feu de balise et d'alerte LED est partagé entre l'Allemagne et la Chine.
Model L3 of L6 ? Werflantaarns bestaan in beide modellen:
Model L3
Nissen
Duitsland
Model L6
Nissen
Duitsland
In Wallonië worden op werven langsheen gewestwegen L6-werflantaarns gebruikt. Deze keuze is ingegeven door de opmerkelijke prestaties van de lantaarns. Naast het grote verlichtingsoppervlak is ook de lichtopbrengst veel groter (vergeleken met een L3-lantaarn). In termen van candela’s (‘cd’ staat voor de hoeveelheid die in een bepaalde richting geproduceerd wordt) straalt de L3 er 2 uit, tegenover 10 voor de L6-lantaarn.
Merk op dat er geen retroreflecterende rand is, waardoor de L6-lantaarn in geval van defect misschien wel minder zichtbaar is.
Maar hoe zit het nu met de rode knipper- en waarschuwingslichten?
Ministar 1000
China
Monolight 2000
Nissen
Duitsland
In een bepaalde periode werden deze modellen ook op onze wegen gebruikt. Het gebruik van oranje en rode zwaailichten was immers gereglementeerd: een leverancier had zeker geen vrijgeleide wat deze roodkleurige lantaarns betreft. Ze
worden nog gebruikt in bv. Duitsland en Italië. In België daarentegen zijn ze verboden, ten voordelen van oranje lantaarns. Ze worden echter nog wel gebruikt bij de spoorwegen en op vliegvelden.
Tot slot bestaan er nog enkele ‘high-intensity’ LED lantaars die o.a. bij daglicht gebruikt kunnen worden.
Star Flash
Nissen
Duitsland
Starflash 2000
China
bottom of page